En dan zie je opeens dat je voor een toets of examen woordjes moet leren, bij veel kinderen zakt de moed al in de schoenen. Vooral als het veel pagina's zijn, want hoe krijg je die Franse woordjes allemaal geleerd?
Gelukkig hoeft het niet zo moeilijk te zijn als je maar weet welke leermethode het beste bij jou past én (het allerbelangrijkste!) dat je op tijd begint met leren zodat je alle woordjes kunt HERHALEN.
Ja inderdaad herhalen is heel belangrijk: elke dag de woordjes die je niet kent meenemen naar de volgende dag en deze woorden herhalen net zo lang totdat je ze kent, dan zijn opgeslagen in je brein.
Als je te laat begint met leren begin je stress te krijgen en zal het je niet lukken om de woordjes allemaal opgeslagen te krijgen.
Hieronder staan enkele hulpmiddelen beschreven die helpend zijn om woordjes te leren, kies wat voor jou het beste werkt.
1) De “oldskool” methode: door steeds één kant af te dekken en de andere te leren en op te schrijven. Leer de woordjes niet steeds van boven naar beneden te leren, maar hussel ze door elkaar anders leer je vooral de volgorde.
2) Visualiseren: Voor leerlingen die in beelddenken.
Zie het woord dat je aan het leren bent in gedachte voor je en kies een locatie uit die je goed kent, bv je huis of je slaapkamer. Geef dan het woord, bv een vlinder, een plaatsje (bv. op je bureau). Geef het een mooie kleur en laat het iets doen, de vlinder komt bv. op je schouder zitten. Als je dan het woord op je examen krijgt kan je dit beeld weer ophalen en ook het woord.
3) Flashkaarten:
Dit zijn kaarten/briefjes die aan beide kanten leeg zijn en waar je het woord op de ene kant zet en de betekenis op de andere kant schrijft.
Je gaat de woordjes eerst leren en daarna maak je twee stapeltjes. Op het ene stapeltje leg je de woorden die je kent en op de andere stapel leg je de woorden die je nog niet kent.
De woorden die je nog niet kent neem je mee naar de volgende dag en deze blijf je herhalen totdat je ze kent. Ondertussen leer je iedere dag nieuwe woordjes bij en hier doe je hetzelfde mee. De laatste dag leer je geen nieuwe woordjes, maar herhaal je alles nog eens goed.
4) Bewegend leren: voor leerlingen die beter onthouden door te bewegen.
- Stuiterend met een bal overhoren. (bij elke stuit een ander woordje zeggen)
- Aan de ene kant van de kamer het boek met de woordjes en aan de andere kant van de kamer een whiteboard (of schrift). Eerst lees je het woord, dan loop je naar de andere kant van de kamer terwijl je het hardop herhaalt en daarna schrijf je het op het whiteboard of in het schrift.
- Werkwoorden kun je aanleren door ze uit te beelden.
- Woordjes op kaartjes schrijven en deze kaartjes op de trap leggen. Terwijl je de trap oploopt de woordjes oefenen. De kaartjes met de woordjes die je kent, neem je weg. Zo hou je alleen de kaartjes over die nog wat meer aandacht nodig hebben. Op deze manier combineer je leren met beweging.
5) Internet: Voor leerlingen die het liefst op muziek leren
Op you tube kan je verschillende filmpjes vinden waar je op muziek de werkwoorden kan leren. Leerlingen die graag op muziek leren is dit een leuke methode om de werkwoorden of woordjes te leren.
Ook kan je op you tube verschillende leerkrachten vinden waar het onderwerp uitgelegd wordt, wat soms beter te begrijpen is dan in het boek of in de klas.
Op www.scholieren.com kan je verschillende vakken en onderwerpen vinden.
En voor wie op de pc graag leert: op www.wrts.nl kan je je gratis registreren om woordjes en andere vakken te leren.
En laat je vooral overhoren, zo kom je erachter of je de stof kent.